In onze composthoop woont een grote familie kleine etterbakken. Zodra we even niet kijken kruipen ze de tuin in en vreten dan zo veel mogelijk bladgroenten kaal. De vogels uit de buurt zijn niet echt een grote hulp in de bestrijding.
Van onze paksoiplantjes resten nu alleen nog een paar armzalige takjes.
De slakken die we zelf tegenkomen gooien we op het dak. Inmiddels kennen al veel vogels deze routine en zij komen de slijmballen daar dan wel uit hun huisjes pikken. Als ze de beestjes op een presenteerblaadje krijgen aangeboden is het blijkbaar niet teveel moeite om ze te verdelgen.
Wanneer het hard waait rollen de lege slakkenhuisjes weer van het dak af de tuin in.
Gelukkig is niet alles uit de tuin aangevreten. Een stukje verderop staat sla waar ze tot nog toe van afblijven. Die zal dan wel heel vies smaken, denk ik. Dat zul je altijd zien.
Of misschien vinden ze het te ver kruipen...
En dan is paksoy ook nog eens het enige dat een beetje fatsoenlijk wil groeien met het weer dat we hebben gehad..
Slakken zijn dol op de geur van gist, bier dus…….
Bekertjes in de grond ingraven zodat de bovenrand op gelijke hoogte komt van de grond. De bekers voor de helft vullen met gistrijk bier of water aangelengd met gistpoeder. Indien mogelijk plaats dan een soort afdakje boven de beker zodat het er niet kan in regenen (verdunnen tegen gaan). De slakken komen dan af op de geur van de gist, ze willen er van drinken, vallen er in en verdrinken.