Modderblog

Bloedluis, varroa en roofmijt

Een nachtmerrie voor iedere kip (en kippenhouder) is de bloedluis. Het is een kleine mijt die zich 's nachts voedt met het bloed van slapende vogels. Het beestje kan zich ontzettend snel vermenigvuldigen en de populatie kan dan ook explosief stijgen. Onnodig om te vertellen dat de kippen er knettergek van kunnen worden.

Ook bij ons was er onlangs een flinke invasie van de rottige ellendelingetjes. Waarschijnlijk meegelift op de mussen die op het kippenvoer azen. De impact op de kippen was duidelijk merkbaar.

Als je gaat zoeken naar bestrijdingsmethoden vind je veel gifstoffen die niet erg soortspecifiek zijn. Ze hebben effect op alle insectenleven in de omgeving. Dus ook op het zorgvuldig opgebouwde bodemleven in de tuin en de bijen. Daarnaast houden we sowieso niet van gif.

Gelukkig zijn er roofmijten (Stratiolaelaps scimitus, of Dutchy's) in de handel die in de bloedluizen wel een lekkere snack zien. Ze eten er makkelijk vijf per dag! Deze hebben we dan ook ingezet tegen de bloedluis.
We zien het probleem nu gestaag minder worden en de kippen leven weer op. De Dutchy's zijn niet alleen handig bij de bestrijding van een plaag, maar kunnen ook worden ingezet om een plaag te voorkomen.

Een roofmijt die een bloedluis verorbert:



Strijd roofmijt met bloedmijt


Toen we ons wat verder in de materie verdiepten, bleek deze roofmijt ook varroamijt te verorberen. Precies, de mijt die tegenwoordig zoveel schade aanricht in de bijenkasten. Ook daar hebben we de mijt nu ingezet.

Twee roofmijten vallen een varroamijt aan:



Roofmijt met Varoamijt


Veel imkers behandelen de bijen met oxaalzuur, mierenzuur en aanverwante middelen. Dat helpt wel een beetje tegen de varroa, maar het geeft de bijenvolken zelf ook een klap. Wat ons betreft niet de meest ideale route om te nemen. Ze hebben het tenslotte de laatste jaren al zwaar genoeg.

Veel ervaring met de roofmijt is er (voor zo ver ik kon vinden) nog niet in de imkerij, maar in theorie zou het prima moeten kunnen, gezien de effectiviteit bij de bloedluis.
Naast de roofmijt schijnt er ook een ander diertje zich tegoed te doen aan varroa: de pseudoschorpioen.

Over onze toekomstige plannen over de aanpak van het varroaprobleem met de roofmijt en de pseudoschorpioen later meer... we hebben goede ideeën!

12 Reacties op "Bloedluis, varroa en roofmijt"

  1. Els Steensma schreef:

    Ik leg stelen van de tabaksplant in de nesten. Of varens. En af en toe strooi ik diatomaceous earth op de grond van het nachthok en in de nesten.

    1. Modderbaard schreef:

      De tabaks-, en vaseline truukjes hebben we natuurlijk ook al geprobeerd, maar dit is toch wat effectiever… ;-)

    2. Els Steensma schreef:

      Bij mij helpt het prima, misschien wel preventief ;)

  2. Els Steensma schreef:

    Overigens kan je de stokken van de kippen aan de uiteinden insmeren met vaseline. Dan kunnen de luizen niet bij de kippen komen. Bij ons heeft dat geen zin helaas want zijdehoenders gaan niet op stok ;)

  3. Anoniem schreef:

    hmmm roofmijt tegen varroa, klinkt goed!

  4. Over de pseudoschorpioen had ik ook al gelezen, moet je ‘kweken’ onder een oud tapijt ofzo. Hoe doe je dat?

  5. aldo drenthe schreef:

    RT @Modderbaard: Bloedluis is een mijt die zich ’s nachts voedt met bloed van de slapende kippen. Wij … http://t.co/61fJY05xqy http://t.c…

  6. hermanshoning schreef:

    Bloedluis, varroa en roofmijt < Modderbaard http://t.co/fceCKavjIB

  7. P. Musolf schreef:

    We zijn nu halverwege 2017… Hebben jullie ze al kunnen testen in de bijen ? En zo ja wat zijn de resultaten ?

  8. stjr schreef:

    Dutchy’s is een merknaam voor de roofmijt Hypoaspis miles. Deze zijn met name preventief goed in te zetten omdat ze de eitjes opeten. Hierdoor wordt de bloedluis onrustig en zullen uiteindelijk (+/- 2 wk) hun heil elders gaan zoeken. Het voor het inzetten van Hypoaspis miles wel slim om het hok grondig schoon te maken. Daarnaast is de temperatuur cruciaal voor een succesvolle inzet, bij lage temperatuur zal het minder effectief zijn, maar bloedluizen zijn dit ook.
    En inderdaad het werkt ook tegen varroa. Meer informatie op deze site https://www.biobestrijding.nl/bestrijding-bloedluis/

    1. Bij mij was ie bekend als de Stratiolaelaps scimitus, maar ik zie dat dat synoniem is.

  9. Kurt Vanoosterweyck schreef:

    Ter info: https://www.ikhebeenvraag.be/vraag/36121/Hoe-kan-ik-boekenschorpioenen-in-mijn-bijenkast-krijgen-om-varroa-te-bestrijden

    Hoe kan ik boekenschorpioenen in mijn bijenkast krijgen om varroa te bestrijden?
    remko, 41 jaar
    16 april 2015

    En zijn boekenschorpioenen te kweken?
    Antwoord

    Dag Remko,

    Er zijn niet zoveel specialisten van pseudoschorpioenen in ons land. Ik heb Hans Henderickx in dat verband geconsulteerd en hij schrijft het volgende.

    “Deze vraag werd me al dikwijls gesteld, men baseert zich op oude publicaties van Peter Weygold die bemerkte dat Chelifer cancroides in petrischalen Varroa-mijten eet. Spijtig genoeg is het verhaal dat Belgische pseudoschorpioenen onze bijen zouden kunnen redden van deze parasitaire mijt een urban legend. Commerciele firma’s die pseudoschorpoenen verkopen en dubieuze verslagen zoals die van het beenature-project houden dit verhaal in leven.

    Er is geen ernstige studie die het voordeel van pseudoschorpioenen in bijennesten van onze gedomesticeerde soort ter bestrijding van de Varroa mijten aantoont, en al zeker niet in verband met onze algemene pseudoschorpioen Chelifer cancroides of Cheiridium museorum (boekenschorpioen). Je kan evengoed om het even welke spinachtige in bijenkorven zetten in de hoop dat ze de mijten aanvallen. Bij onze enige Belgische commensale soort, de uiterst zeldzame Chernes vicinus, werd vermoed dat ze in houtmierennesten (Lasius fuliginosus) vooral mijten aten, maar in werkelijkheid is de biologie onbekend, en kan ze zich evengoed met het jonge mierenbroed zelf voeden. Feit is dat ze soms met honderden in één mierennest voorkomen.

    In een petrischaal zullen alle pseudoschorpioenen Varroa-mijten eten (er bestaan filmpjes van), maar in een dergelijk kunstmatige omgeving eten ze alles wat beweegt, bijvoorbeeld ook andere pseudoschorpioenen.

    In een bijenkorf ingebrachte pseudoschorpioenen zullen zich niet echt op Varroa gaan specialiseren, en als ze oud worden zullen ze verwijderd worden uit de korf door de bijen; ze gaan nooit in de bijenkorf kweken. Bovendien is het moeilijk om zelf pseudoschorpioenen te kweken, ze doorlopen 4 stadia, en de volwassenwording neemt wel een jaar in beslag. Het alternatief, in de natuur voldoende exemplaren vangen zou te veel tijd in beslag nemen.

    Chelifer cancroides, waarvan bekend is dat ze in het oude stro van bijenkorven gevonden is, voedt zich voornamelijk met stofluizen en komt bij ons vooral voor in oude stallen, ik vond ze in paarde- en geitestallen tussen het stro. De enige Belgische soort waarvan op enkele uren vrij gemakkelijk enkele tientallen exemplaren levend kunnen gevangen worden is Dactylochelifer latreillei, ze kan met bosjes uit helmgras aan de zeekant van duinen worden geschud. Maar ook deze soort inbrengen in bijenkorven zou voorspelbaal desastreus aflopen, het is helemaal niet vanzelfsprekend om met succes dieren uit een specifieke ecologische structuur over te brengen naar een andere specifieke levensgemeenschap.

    Allochernes wideri, die vrijwel uitsluitend in vogelnesten in holle bomen voorkomt en daar van mijten en luizen leeft, kende ik maar van één holle boom, die ondertussen omgezaagd is. Ik vrees echter dat de bijen in korven alle pseudoschorpioensoorten al snel zouden buitensmijten.

    Als we erin zouden slagen een Afrikaanse bijensoort samen met zijn bijbehorende pseudoschorpioen economisch rendabel in België te kweken zie ik nog een kans, maar dit zal niet gemakkelijk zijn, gezien het klimaatsverschil. Er is een publicatie over: “Remarques sur un pseudoscorpion vivant dans les ruches ..”., het gaat om de Afrikaanse pseudoschorpioen Ellingsenius hendrickxi Vachon, 1954, die zich gespecialiseerd heeft aan het leven bij bijen.”

    Beste groeten,

    Rudy

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *