Ik vind het erg prettig dat ik weet waar mijn eten vandaan komt, dus een tijdje terug heb ik met een aantal andere personen een tweetal varkens ‘geadopteerd’. Zo ben ik er zeker van dat de dieren gevoerd worden met natuurlijke voeding en geen (al dan niet biologisch) industrieel krachtvoer. Ook weet ik nu zeker dat ze op een diervriendelijke manier opgroeien.
Dus met een paar dikke wortels in de achterzak van mijn fietsshirt ben ik afgelopen zaterdag op de racefiets gesprongen voor een tochtje onder een lekker voorjaarszonnetje naar Stephen en Lotte. De laatste keer dat ik de biggetjes heb gezien was al weer tweeënhalve maand geleden.
Eenmaal aangekomen bij de boerderij kon ik mij met een paar geleende rubber laarzen gezellig tussen de varkens in de modder mengen. Eerst waren ze nog wat schuw, maar zodra ze in de gaten kregen dat ik wortels voor ze had meegenomen, werden we al snel beste maatjes.
Het bleek dat ze inmiddels een flink stuk waren gegroeid, al groeien ze wat minder snel dan ‘gewone’ vleesvarkens. Dat ligt deels aan het ras (75% Mangalitza – 25% Duroc) en deels aan het voer.
Ik begreep overigens dat ik erg veel geluk heb gehad met deze Mangalitza varkens. Het is een ras waar niet eenvoudig aan is te komen. Van natureschijnt het gemarmerde vlees ook nog eens bijzonder lekker te zijn. Ik ben benieuwd.
Maar eerst mogen Stephen en Lotte nog lekker in de modder wroeten.
Tijdens het maken van onderstaande video ben ik mijn zonnebril verloren in de modder. Deze werd even later wel weer teruggevonden, maar was helemaal aan gort gekauwd. Blijkbaar zijn varkens ook niet vies van een culinair experimentje.